Wij werken met onze paarden als paardenfluisteraars.
In de manege werken ze met een zweep om de paarden te doen gehoorzamen, en dat willen wij niet. We zijn al eens in het bos gaan wandelen met de paarden, zonder touw. Door communicatie en vertrouwen bleven de paarden bij ons. Door onze lichaamstaal, onze ademhaling en door onze beweging verandert het paard zijn houding en zijn gedrag. Als wij onze armen wijd maken dan denkt het paard: kom wij zijn hier weg, het is hier gevaarlijk. Maar als je je armen dicht doet dan denkt het paard: het is weer veilig, maar als je het paard insluit dan gaat het paard panikeren. Dat komt omdat het paard een prooidier is en daarom moet het altijd een vluchtweg kunnen zien. Een paard leeft in een kudde. Dan spreken ze af welk paard waar moet kijken om te zien of er geen roofdieren komen. Dat zag ik ook bij onze paarden: Twee paarden lagen neer en het derde paard stond recht om de wacht te houden. Paarden hebben altijd een leider. De leider bepaalt wanneer ze mogen eten of drinken, wanneer ze waar mogen gaan. Mijn paarden mogen ook pas bij mij komen als het derde paard het toelaat.
Nanou
klas 5