donderdag 5 februari 2015

Geloof in je dromen

Mijn grootste droom is uitgekomen. Ik reed nog geen paard. Maar al mijn vriendinnen reden wel paard en dan mochten we ook. Je denkt nu waarschijnlijk:" Wat heeft dit er mee te maken?" Maar dit heeft er eigen alles mee te maken. Omdat we nog niet paardreden was mijn droom nog niet om een eigen paard te hebben maar nu wel. Eerst was mijn droom om een eigen hondje te krijgen. En die is uitgekomen omdat we onze poezen verloren zijn. Nu mogen we wel een hondje maar dit is nu nog niet mijn grootste droom. Mijn grootste droom is om een eigen pony te hebben. Die is dus uitgekomen. En dat is zo gebeurd. Wij gingen naar onze verzorgpony’s. Er ging er één van weg maar dat konden we niet geloven. We hielden zoveel van die pony. Dan moesten we weer naar huis en we gingen eten. We zeiden:"Wij denken dat Indianice ( het pony’tje) niet gaat verkocht worden. Maar papa zei:"Ik denk dat hij al verkocht is." Ik keek zo raar naar papa van, hoe kan jij dat nu weten? en papa deed ineens teken naar mij dat hij hem had gekocht. Ik kon het niet geloven maar het was echt waar. Ik vroeg als ik het mocht zeggen tegen mijn zus. Want zij was haar handen aan het wassen. En mama zei:"Ja, je mag het zeggen." Dus ik zei het tegen zus en ze begon te wenen van geluk. Ze was zo blij en ik ook. Weet je, ik kan het nog steeds niet geloven. Dus wat ik nu weet is dat sommige dromen wel echt uitkomen.

Caitlin
klas 6

woensdag 4 februari 2015

Armoede

Ik vind armoede echt erg, als het op tv is dan kan ik dat echt niet aanzien. Al die mensen en kinderen die op straat leven en slapen in de kou met dunne kleren aan en met een dun dekentje. Met mijn twee nonkels ben ik nog niet zo lang geleden op kerstweekend geweest naar Brussel en ik was erg geschrokken hoeveel armoede er daar is. Als die mensen die geen eten hebben en de hele tijd bedelen, de kindjes die zitten te wenen van de koude. Ik kon het niet meer aanzien. Om de straat waren er heel wat mensen aan het bedelen. Ik vond het zelf een beetje griezelig. We hadden een meneer gezien en die had niet eens armen. Hij zat daar in de winter met een T-shirtje aan. Er was ook een oud meneertje die ons aan het achtervolgen was, dat was pas echt eng. Ik vind dat ze een soort centrum moeten maken voor alle armen die ze op straat vinden. Ik wil jullie gewoon zeggen dat wij super goed leven. Wij moeten niet op straat leven. Wij kunnen voedsel betalen en wij hebben een slaapplek. Daar ben ik al heel blij om.

Fien
klas 5

Finn

Ik heb het liefste broertje van heel de wereld. Ik vind hem heel erg leuk. Maar soms is hij wel een beetje ambetant. Hij slaat en bijt soms als hij zijn zin niet krijgt, hij kleurt op tekeningen van mijn zus en dat is natuurlijk niet leuk. Als je een cake, koekjes of taart bakt dan wilt hij meehelpen maar dat is niet altijd even handig want dan smijt hij er al eens een ei naast of hij wilt roeren en dan vliegt het deeg eruit. Maar ja, hij is nog klein en dat hoort er nou eenmaal bij. Maar hij heeft ook een hele leuke kant. Hij speelt op de gitaar van mijn papa en zingt Mia van Gorki en hij kan ook heel erg grappig zijn! Dansen doet hij ook graag en dan is hij enorm schattig. Hij is nu ongeveer 2 en een half jaar oud. Ik en mijn broertje schelen 9 jaar. Ik denk dat hij nu ongeveer 4 weken naar de peuterklas gaat met een vriendje van bij de dagmoeder. Hij vindt het daar erg leuk, denk ik. Maar als hij thuis komt, is hij moe en geprikkeld. Hij is en zal altijd mijn kleine broertje blijven!

Luna
klas 5