Het syndroom van Down is een genetische afwijking waarbij het lijkt of alle kinderen of mensen dezelfde gezichtstrekken hebben. Je kiest dat ook niet om dat te krijgen dat is net hetzelfde als je kiest niet om arm of rijk te zijn. Je kiest ook niet om blank of zwart te zijn. Je moet ook niet anders beginnen doen tegen de mensen met het syndroom van Down. Gewoon praten net zoals je tegen je vrienden zou praten. Ze gaan niet allemaal naar een speciale school, de meeste gaan net zoals een ander kind naar een gewone school. Zo leren ze ook veel. Ze hebben wel een verstandelijke beperking maar schoollopen kan dan ook in een gewone school. Ze ontwikkelen ook trager dan kinderen van hun leeftijd. Sommige worden ongeveer rond de 60 jaar oud. De kenmerken van een kind of een volwassene zijn: kleiner hoofd of vlakker achterhoofd, lage spierspanning, (soms) dwarse lijn over de handpalm, een brede ruimte tussen de eerste en de tweede teen en meestal weinig haar. Het syndroom komt voor op ongeveer 4,6 van de 10.000 geboortes. Hoe ouder de moeder, hoe meer kans ze maakt op een kindje met het Downsyndroom.
Wiese
klas 6