woensdag 3 juni 2015

De horrorwereld van de parasieten

Mijn broer kwam thuis met een boekje van National Geographic. En ik las een artikel over parasieten.
Het lieveheersbeestje heeft bijna geen vijanden. Hij eet in zijn leven duizenden bladluizen. Om een prooi te vinden voelt hij de lucht af met zijn voelsprieten op zoek naar stoffen die de planten afscheiden wanneer ze door insecten worden opgegeten. Als hij de richting van zo een signaal heeft vastgesteld, schakelt hij zijn sensor over op het zoeken naar signaal die alleen bladluizen kunnen maken. Hij sluipt dichterbij, valt aan en vermaalt de bladluis. Het lieveheersbeestje is goed beschermd tegen de meeste vijanden. Het rode schild met zwarte stippen is een waarschuwingsteken voor roofdieren. Tot hier en niet verder. Als een vijand probeert aan te vallen en het lieveheersbeestje wilt opeten, scheidt hij giftig bloed uit zijn pootgewrichten uit. Het roofdier proeft de bittere bloed en spuugt het lieveheersbeestje uit. De aanvallers herkenen het rood zwart schild als een verbodsbord. Het lieveheersbeestje lijkt een ideaal insectenleven te leiden. Maar er is één probleem. Er zijn wespen die eitjes in zijn lijfje achterlaten. Eén van die wespen is zo groot als een kogeltje van een balpen. Als het vrouwtje een eitje wilt leggen landt ze naast het lieveheersbeestje en steekt haar angel snel in de onderzijde van het lieveheersbeestje. Wanneer het eitje uitkomt, voeden de larven zich met de lichaamssappen uit de lichaamsholte. Als het lieveheersbeestje leeg wordt gezogen, lijkt er aan de buitenkant niets mis mee. Hij blijft op bladluizen jagen maar de voeding wordt niet door zijn lijf opgenomen maar door de parasieten die in zijn lichaamsholte zit. Hij wringt zich door een zwak stuk van zijn pantser. Het lieveheersbeestje is nu wel bevrijd, bevrijd van de parasieten maar hij is gehersenspoeld. Het lieveheersbeestje kijkt passief toe hoe de wespenlarve tussen zijn poten een zijdecocon wikkelt.
Onvolgroeid zit de wespenlarve in zijn cocon. Maar hij is wel heel kwetsbaar voor de larven van gaasvliegen en andere roofinsecten. Maar als er een vlieg nadert dan schopt het lieveheersbeestje wild met zijn poten in het rond waardoor de vijand wordt afgeschrikt. Het is letterlijk de lijfwacht van de wesp geworden. Het lieveheersbeestje zal deze rol een week lang spelen totdat de volwassen wesp een gat in de conon snijdt en wegvliegt. Als de wespen het lieveheersbeestje niet meer nodig hebben gaan de meeste pimpampoentjes dood. Ik had niet verwacht dat er zo'n dingen gebeuren in de natuur. Ik vind het wel erg dat die pimpampoen dan uiteindelijk dood gaat.

Pepijn
klas 5