Ik ging met 2 vrienden in een kano. We lagen bijna de hele tijd vooraan. Voor we vertrokken zei de leiding dat het een wedstrijdje was. Ik zat zelf achteraan om te sturen en de anderen zaten vooraan.
We waren al met 3 kano’s te ver van de andere kano’s, dus stopte de leiding ons drieën en moesten we een klein wedstrijdje houden. We lagen aan een kant en we moesten zo vlug mogelijk naar de overkant en terug. Wij waren de eerste. Toen moesten we nog een toertje rond onze as draaien en dan mochten we weer vertrekken. Ongeveer in het midden van de tocht kwamen we twee binnenschepen tegen, gelukkig remden de schepen een beetje. De golven waren gigantisch, er was bijna een kano gekapseisd. Na een uur of twee zagen we de basis, we waren super blij want onze armen waren echt kapot. Toen we aanmeerden waren we echt trots op onszelf. We hadden 4 of 5 kilometer gepeddeld met tegenstroming. Toen moesten we van de leiding nog eens een bal in een van de vletten gaan gooien.
Toen we weer aan de kant waren, moest iedereen dan helpen om de kano’s uit het water te halen maar kano’s zijn heel zwaar.
Lander
klas 6
