Ik ga met mijn mama naar Ierland. Ik kijk er heel hard naar uit, ik heb er zo een zin in. Ik moet met het vliegtuig, dat heb ik nog nooit gedaan. We gaan er gaan wonen. Mijn mama heeft al werk daar. Ik blijf er maar aan denken aan hoe het op het vliegtuig zou zijn. Ik zou willen dat ik er al was, het lijkt me daar zo leuk. Ik hoop dat ik er veel vrienden ga krijgen daar.
Amber
klas 5