Judo is een
sport waarin je leert om jezelf te verdedigen. Wedstrijd: je komt op een
wedstrijd wat moet je doen wat zijn de regels? Op een wedstrijd roepen ze 2
judoka’s op, de eerste die word afgeroepen krijgt een rode gordel de andere een
witte gordel. dan groet je naar me kaar, dan kom je dichter en groet je nog een
keer. Als de scheidsrechter het teken geeft begin je met te kamp.
Scores
wanneer heb je een ippon (tien punten, dat beteken dat je gewonnen bent) ippon:
1. Met controle? Kracht en snelheid
grotendeels op de rug werpen.
2. 20 seconden in houtgreep vast houden.
3. Opgave van de tegen stander door met
de of voet minimum twee maal af te tikken of door maitta.
4. Uitschakelen door door Shime-Waza of
Kansetsu-Waza (opgave na verwurging of armklem).
5. De tegenstander werd bestraft met 3
shido’s.
Een
Waza-ari:
1. alle landingen op zij en rug die niet
voldoen aan de voorwaarden voor Ippon.
2. minsten 10 seconden in houdgreep
vasthouden.
Je krijgt
een shido door:
1. Te werken met gestrekte armen.
2. Vrijwillig buiten de kamp zone te stappen.
3. Onvoldoende aan te vallen.
4. Een valse aan valse aanval (geen
kuzushi).
5. Kumi-Kata te nemen aan 1 zijde zonder
aanval.
6. Vast te nemen in mouw / broekspijp.
7. In het gezicht van de partner te
duwen
8. Pistoolgreep zonder aanval.
9. De tegenstander naar de grond te
drukken.
10. Aanval/verdediging onder de gordel.
Je krijgt
Hansoku-Make door:
1. Bestraffing met 3 Shido’s.
2. Verboden handelingen en technieken.
3. Tijdens de worp met het hooft in de
mat te duiken (diving: kawazu gake).
4. Wangedrag.
5. Verdediging met hooft bij landing op
de mat.