Ik moest maandag in de vakantie naar de tandarts. Ik moest om mijn buitenbeugel. De tandarts had mij al verwittigd hoe het er uit zag en dat ik het moest dragen. Het was wel raar om het te horen want ik had er eigenlijk nog nooit één gezien. Dus ik moest naar de tandarts. Eerst moest ze nog de rekkertjes uit mijn mond halen van de vorige keer. Er was anders te weinig plaats op de ringetjes die rond mijn tand zaten, er tussen te steken. Toen die ringetjes er rond zaten, duwde dat een beetje. Het deed niet zoveel pijn. Toen moest er een stuk van mijn beugel in. Ze schoof het er met twee pinnetjes in die aan de achterkant zaten van mijn beugel. Die twee pinnetjes moesten in de kleine ringetjes die rond mijn tand hingen. Maar de beugel was te klein. Ze moest hem een beetje groter maken. Dan lukte het om hem in mijn mond te plaatsen. Er zaten aan dat stuk beugel twee stukken aan de buitenkant. Daar moesten er rekkers rond. Dat spande wel een beetje. En die rekkers hingen met een band rond mijn hoofd.
Ik heb hem nu al een week en ik moet hem uit doen om te eten. Soms is dat wel lastig om het uit te doen. Soms krijg ik die rekkers er niet van maar ik ben het al en beetje gewend. Ik moet er ook mee slapen dat is wel niet leuk. Maar toch doe ik het want dan heb ik later mooie tanden.
Nina
klas 6