Toen ik 10 jaar oud was ging ik in de zomervakantie met mijn papa naar Lissabon. Het was drie uren vliegen. Op het vliegtuig kregen we eten en drinken. We kwamen 's ochtends aan en het was 21°. Op de warmste dag was het 40°. We namen onze koffers en werden met de bus naar onze bestemming gebracht. De vriend van mijn papa kwam ons daar ophalen. We reden naar zijn huis. Dit was enkele minuten rijden. Toen we aankwamen mochten we onze koffers in onze kamers gaan zetten. We kregen een rondleiding. We zagen een badkamer met een jacuzzi, een douche en een bad. Toen dronken we iets en gingen we naar een winkelcentrum in de stad. We gingen naar een markt en een haven waar boten toekomen. We gingen terug naar huis en aten een salade met frietjes. Het dessert was een zelf gemaakt ijsje. Ik keek door het raam naar de vliegtuigen en toen gingen we slapen. De volgende dag stond ik op en at ik cornflakes. In de namiddag gingen we naar de zee. We bleven daar tot in de avond. We gingen naar een restaurant en toen terug naar ons verblijf. De volgende dag was het aan het onweren, dus zijn we thuisgebleven. Daarna gingen we naar een dorpje en ‘s avonds haalde de vriend van mijn papa ons op. Op de terugweg zagen we een hutje in brand staan. We bezochten ook twee stadions. Op de laatste dag gingen we terug naar huis. De reis was heel tof.
Christian
klas 6
