Met de feestdagen is er vast wel veel snoep. En dan gaan we allemaal wel eens snoepen. Snoep is lekker zoet, zuur of zout. Maar wat zit er eigenlijk allemaal in. We beginnen natuurlijk eerst met suiker, en dan ook nog water, en om het nog een beetje stroperig te maken vloeibare suiker, een beetje zetmeel, en dan ook nog een beetje gelatine om het stevig te maken en nu nog roeren. Nu heb je eigenlijk de basis voor elk snoepje. En nu kan je gaan testen met allerlei kleuren en smaken. En hoe zit het met harde en zachte snoepjes? Makkelijk bij harde snoepjes meer suiker en zachte meer water bij doen. Het meeste snoep wordt gemaakt in een fabriek. Maar hoe? In een fabriek beginnen ze met heel veel suiker dat wordt gemengd met glucosestroop water en gelatine. Daarna wordt alles verhit tot wel 110 à 130 graden. Daarna halen ze het water er weer uit en dan hou je een suiker stroop over. Al die kleurstoffen halen ze uit planten en groenten. Groen bijvoorbeeld spinazie en oranje van wortels. Nu hebben we een soort zoetig papje maar dan heb je nog geen snoep, het moet nu nog in vormpjes. de vormpjes worden gedrukt in een bak met meel daardoor krijg je kuiltjes die worden gevuld met de vloeibare stroop. In de fabriek worden al die snoepjes in bak gekieperd om het meel af te vegen en dan kunnen de snoepjes weer verder. De snoepjes worden eerst nat ge maakt met stoom dan gaat er suiker over heen dat door het vocht lekker blijft plakken. Nu moet de snoepje nog 2 dage uitdampen anders zien ze er heel nat vies en vochtig uit. En nu zijn de snoepje klaar. Lekker hoor snoep en nu nog een bezoekje aan de tandarts.
Joëlle
klas 6
