Het begon toen mijn mama zei dat er een grijs kalfje was geboren achter de wallen. De volgende dag hoorde ik dat hij weg was. We hadden het al een naam gegeven, Griesje op zijn Zeeuws. Mijn papa ging hem zoeken,maar had hem niet gevonden. Mama dacht dat hij weg was om een oormerk te laten zetten. Maar dat was niet zo. Nu zaterdagavond gingen we met de hond lopen. Ik op de fiets en mama en papa te voet. We kwamen de baas van Griesje tegen en zijn mama. Ik vroeg aan die baas of hij Griesje al gevonden had. Nee, zei hij. Na een stukje lopen, keek ik naar de linkerkant. En daar daar stond Griesje. Ik keerde mijn fiets om de man te halen. Toen ik daar terug kwam stond mijn mama al beneden bij Griesje. Ze kon hem niet pakken. Papa en die baas gingen naar beneden om Griesje te pakken. Ik moest de hond vast houden. Eerst liep Griesje mijn kant op, ik kon hem ook niet pakken. Dan liep hij weer de andere kant op en toen hadden ze hem te pakken. Eerst had die baas er 2 oormerken in geplaatst. Toen hadden ze hem weer bij zijn moeder teruggestoken. Daarna werden we bedankt, dus eigenlijk als ik Griesje niet had gevonden, was Griesje dood geweest.
Mies
klas 6
