Ik ben een nieuwe leerling in de basisschool “De Bijenkorf” in Dudzele.
Eigenlijk vind ik dat wel eens leuk, zo eens nieuw zijn want dan word je met open armen ontvangen en dan stellen ze vragen en dan ben ik blij dat ze geïnteresseerd zijn.
Het is een kleine school, maar het is er lekker gezellig.
Ik zit bij Wim. Het is een toffe meester omdat hij graag en veel muziek doet en hij is totaal niet streng!
Het zijn kleine klasjes, wij zijn met 13. Het was wel raar voor mij dat het kleine klasjes zijn en dat het vijfde en het zesde leerjaar tezamen zitten.
We leren dit jaar ook gitaar. Dat wordt leuk want ik heb dat nog nooit gedaan! Ik ben blij dat ik dat ga leren. We doen ook op het eind van het jaar een musical dat is superleuk omdat ik graag zing en graag toneel speel.
Ik vind de school superleuk omdat ze klein is en je maakt er rap vrienden. Zo, ik zou zeggen: “De Bijenkorf is de moeite!"
Darcy
klas 6
woensdag 26 september 2007
Anders
Mijn school is niet zoals de andere scholen.
In mijn school moet je niet achter de bankjes zitten. Als je naar het wc moet, moet je het gewoon zeggen. We zijn er volledig vrij !!!
Wij hebben in onze klas 2 lange rechte tafels en een ronde tafel.
We mogen zitten waar we willen. En als we iets niet begrijpen, mogen we het vragen aan Wim.
Elke ochtend mogen we iets vertellen in de praatronde. De praatronde is een plek met zetels, het is er heel gezellig. In de praatronde mag je alles vertellen zoals gebeurtenissen, wat je gisteren gedaan hebt ... en zo vertelt iedereen wat.
Wij hebben een hele grote speelplaats en als het mooi weer is, mogen we in de weide. Dat is een grote wei met 2 stukken bos, een groot stuk gras en een zandbak. In de weide bouwen we kampen, spelen we spelletjes en zo hebben wij weer een leuke speeltijd.
En nog zo iets anders ... Wim, mijn meester, mag je niet meester noemen dus noemen we hem maar gewoon Wim.
Naast onze klas waar we werken is een muziekklas. Daar leren we gitaar of xylofoon. Het is er echt tof maar spijtig dat ik niet vroeger in deze school zat en dat het nu mijn laatste jaartje is. Maar wat ik zeker weet, is dat ik deze school nooit zal vergeten.
Brecht
klas 6
In mijn school moet je niet achter de bankjes zitten. Als je naar het wc moet, moet je het gewoon zeggen. We zijn er volledig vrij !!!
Wij hebben in onze klas 2 lange rechte tafels en een ronde tafel.
We mogen zitten waar we willen. En als we iets niet begrijpen, mogen we het vragen aan Wim.
Elke ochtend mogen we iets vertellen in de praatronde. De praatronde is een plek met zetels, het is er heel gezellig. In de praatronde mag je alles vertellen zoals gebeurtenissen, wat je gisteren gedaan hebt ... en zo vertelt iedereen wat.
Wij hebben een hele grote speelplaats en als het mooi weer is, mogen we in de weide. Dat is een grote wei met 2 stukken bos, een groot stuk gras en een zandbak. In de weide bouwen we kampen, spelen we spelletjes en zo hebben wij weer een leuke speeltijd.
En nog zo iets anders ... Wim, mijn meester, mag je niet meester noemen dus noemen we hem maar gewoon Wim.
Naast onze klas waar we werken is een muziekklas. Daar leren we gitaar of xylofoon. Het is er echt tof maar spijtig dat ik niet vroeger in deze school zat en dat het nu mijn laatste jaartje is. Maar wat ik zeker weet, is dat ik deze school nooit zal vergeten.
Brecht
klas 6
dinsdag 25 september 2007
Over vreemde eenden
Toen ik voor het eerst naar "De Bijenkorf" kwam, zag het er mooi en leuk uit. Ik vond dat de praatronde leuk was, net zo fijn als het forum. Werken aan projecten doe ik graag en het is tof dat we vaak op de computer mogen opzoeken.
We mogen veel meer dingen dan op mijn vroegere school en er zijn meer leuke dingen op de speelplaats. Op mijn vorige school gingen we vaak zwemmen en was het leuk in de lessen zedenleer. Gelukkig is dat hier ook zo.
Het was niet zo gemakkelijk om te volgen, met zoveel nieuwe dingen. Vooral mij aanpassen vond ik in het begin moeilijk. Ik was nog wat verdrietig om mijn vriendjes uit Schellebelle te verlaten en ik kende niemand op de nieuwe school. Ik begon, in het 3e leerjaar, op "De Bijenkorf" na de krokusvakantie, zo midden in het schooljaar. Alle klasgenootjes kenden elkaar al, maar ik was een vreemde eend. Ik heb me al goed aangepast aan mijn nieuwe school en heb er veel vriendjes.
Vroeger ging ik met de schoolbus naar school. Nu neem ik mijn fiets en sta ik na 5 minuutjes al aan de schoolpoort.
Wesley
klas 5
We mogen veel meer dingen dan op mijn vroegere school en er zijn meer leuke dingen op de speelplaats. Op mijn vorige school gingen we vaak zwemmen en was het leuk in de lessen zedenleer. Gelukkig is dat hier ook zo.
Het was niet zo gemakkelijk om te volgen, met zoveel nieuwe dingen. Vooral mij aanpassen vond ik in het begin moeilijk. Ik was nog wat verdrietig om mijn vriendjes uit Schellebelle te verlaten en ik kende niemand op de nieuwe school. Ik begon, in het 3e leerjaar, op "De Bijenkorf" na de krokusvakantie, zo midden in het schooljaar. Alle klasgenootjes kenden elkaar al, maar ik was een vreemde eend. Ik heb me al goed aangepast aan mijn nieuwe school en heb er veel vriendjes.
Vroeger ging ik met de schoolbus naar school. Nu neem ik mijn fiets en sta ik na 5 minuutjes al aan de schoolpoort.
Wesley
klas 5
zondag 23 september 2007
We gooien het op de blog!
Als je spreekt, wil je gehoord worden. Als je schrijft, wil je gelezen worden.
Opstelletjes schrijven, stelopdrachten maken ... hoeveel lijntjes meester ... lijken mij een vage herinnering uit een heel ver verleden. Schrijven is iets functioneels. Het moet zin hebben. Het dient een hoger doel. De pen kan raken. De pen kan ideeën verspreiden, regimes omverwerpen, harten veroveren. De pen als wapen, als hulpmiddel, als werktuig van onze geest.
Maar wat als je handen die geest niet kunnen volgen? Wat als je ongecoördineerd gekras onleesbaar wordt. Wat gaat er dan niet verloren aan waardevol ideeëngoed? Daarom was ik begin jaren 90 zo opgetogen over mijn msx met bijhorende matrixprinter. Eindelijk een machine die kon omzetten wat er door mijn hoofd flitste. Ik kon terugkeren, woorden veranderen, krassen en opnieuw zetten zonder inktvlekken en aanverwante abstracte figuren. Want daar werd ik als kleine spruit altijd op beoordeeld ... op mijn schilderijen, op mijn uitingsvormen. Dat was uiteraard makkelijker te kanaliseren dan het inhoudelijke storm und dranggeschrijf ontsproten uit mijn queeste. De meester leest. De meester quoteert. De meester heeft een rooie stylo. Of hoe je een scheppend kind het plezier van schrijven ontneemt.
Toen ik midden jaren 90 zetelde in het bestuur van de Freinetbeweging keek ik altijd met veel scepsis naar het drukkend volkje. Letters zetten, inkt rollen, persen aanspannen ... ik begreep dat dit de groepsdynamiek wel diende maar tegelijkertijd ook een remming was. Pamfletten moeten kunnen flitsen. Vandaag rood, morgen blauw en overmorgen gelinkt aan eergisteren turkoise! Mijn ideeën moesten geen week onderweg zijn, dan was de aap al lang op een volgende tak, op een volgende boom, ja zelfs al in een ander woud.
Eén klas, één blog. We gooien onze teksten voor het oog van de hele wereld op het net. Geen censuur, geen quoteringen, geen rooie stylo's maar rauwe passie, pure emotie, ongebreidelde fantasie. We bevrijden ons uit het keurslijf van de verwachtingen.
We zullen gelezen worden!!!
Wim
Opstelletjes schrijven, stelopdrachten maken ... hoeveel lijntjes meester ... lijken mij een vage herinnering uit een heel ver verleden. Schrijven is iets functioneels. Het moet zin hebben. Het dient een hoger doel. De pen kan raken. De pen kan ideeën verspreiden, regimes omverwerpen, harten veroveren. De pen als wapen, als hulpmiddel, als werktuig van onze geest.
Maar wat als je handen die geest niet kunnen volgen? Wat als je ongecoördineerd gekras onleesbaar wordt. Wat gaat er dan niet verloren aan waardevol ideeëngoed? Daarom was ik begin jaren 90 zo opgetogen over mijn msx met bijhorende matrixprinter. Eindelijk een machine die kon omzetten wat er door mijn hoofd flitste. Ik kon terugkeren, woorden veranderen, krassen en opnieuw zetten zonder inktvlekken en aanverwante abstracte figuren. Want daar werd ik als kleine spruit altijd op beoordeeld ... op mijn schilderijen, op mijn uitingsvormen. Dat was uiteraard makkelijker te kanaliseren dan het inhoudelijke storm und dranggeschrijf ontsproten uit mijn queeste. De meester leest. De meester quoteert. De meester heeft een rooie stylo. Of hoe je een scheppend kind het plezier van schrijven ontneemt.
Toen ik midden jaren 90 zetelde in het bestuur van de Freinetbeweging keek ik altijd met veel scepsis naar het drukkend volkje. Letters zetten, inkt rollen, persen aanspannen ... ik begreep dat dit de groepsdynamiek wel diende maar tegelijkertijd ook een remming was. Pamfletten moeten kunnen flitsen. Vandaag rood, morgen blauw en overmorgen gelinkt aan eergisteren turkoise! Mijn ideeën moesten geen week onderweg zijn, dan was de aap al lang op een volgende tak, op een volgende boom, ja zelfs al in een ander woud.
Eén klas, één blog. We gooien onze teksten voor het oog van de hele wereld op het net. Geen censuur, geen quoteringen, geen rooie stylo's maar rauwe passie, pure emotie, ongebreidelde fantasie. We bevrijden ons uit het keurslijf van de verwachtingen.
We zullen gelezen worden!!!
Wim
Abonneren op:
Posts (Atom)