Fietsen is leuk. Ik vergeet altijd erge dingen zoals mijn hondje dat is doodgegaan. Ik rij altijd een paar kilometer voor een goede conditie. Ik vraag ook soms of ik met mijn broer zijn racefiets mag rijden. Het mag soms. Maar soms mag het niet. Maar ik blijf altijd zagen. Ik vind het gewoon leuk dat een fiets bestaat. Als je geen auto of brommer hebt, kan je nog met de fiets rijden. Ik ga soms ook met mijn broer naar Brugge of naar Damme. Ik rij ook altijd met mijn fiets naar school want ik wil niet te voet gaan, da’s lastig. Maar ik ben blij dat ik een fiets heb. Ik kan ook truckjes zoals een wheelie (da’s als je voorste wiel in de lucht is) of een stoppie (da’s als je stopt met je voorrem en dat je achterwiel in de lucht is) en ik kan ook slippen. Ik wil later ofwel wielrenner of voetballer worden. Ik denk dat het voetbal word. Maar ik ga toch blijven oefenen met fietsen.
Giovanni
klas 6