In HOME was het net zoals in de prehistorie. Je moest hout hakken en vuur maken. Je was een hele dag bezig met eten maken. Je moest een oven bouwen voor je brood, huizen maken van klei met een rieten dak. Om huizen te maken moest je bomen omhakken en de schors er van te halen . De dieren doodden ze voor vlees maar ook voor hen vel. Ze sliepen op bedden van stro. Dat ligt niet zo lekker. Als je astma hebt, moet je heel de nacht niezen. Als je wakker bent, moest je in de beek springen om je te wassen en dan moest je weer het vuur maken. Ze hadden ook leuke speeltjes en ze aten met een houten lepels . Ze dronken wel geen lekkere thee. De wc was van hout gemaakt met daar onder een grote gat zodat alles kon weglopen. Van zodra de kinderen konden meehelpen, moesten ze graan malen en deeg kneden. De soep brachten ze op smaak met kruiden en groenten maar ze gebruikten die groenten nog voor hun eten ook. Ze aten veel eieren. Ze plantten zaden voor kruiden voor hun thee. De boeren moesten alles met hun handen doen. Het vroor heel veel in de nacht.
Ik vond het heel leuk in HOME.
Livio
klas 5